Travel platform kickstart
Contact
0
0
Hotelname, Bestemming

Overeenkomst van Warschau

Aansprakelijkheid in het internationale luchtvervoer

1. Verwijzing naar algemene beperking van aansprakelijkheid onder het Verdrag van Warschauerwijzing naar algemene beperking van aansprakelijkheid onder het Verdrag van Warschau


Bij reizen met een eindbestemming of tussenstop in een ander land dan het land van vertrek, kan het vervoer van de passagier onderworpen zijn aan het Verdrag van Warschau, dat in het algemeen de aansprakelijkheid van de vervoerder beperkt bij overlijden of persoonlijk letsel en bij verlies of beschadiging van bagage. Zie ook "Mededeling aan internationale passagiers over beperking van aansprakelijkheid".


2. contractvoorwaarden voor luchtvervoer


(1) Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder "ticket" verstaan het ticket en de bagagecontrole waarvan deze voorwaarden en instructies deel uitmaken; onder "vervoerder" wordt verstaan elke vervoerder die de passagier of de bagage van de passagier vervoert of zich ertoe verbindt te vervoeren overeenkomstig de voorwaarden van het hierboven vermelde ticket of die andere diensten verleent in verband met het vervoer; onder "Verdrag van Warschau" wordt verstaan het Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer, ondertekend te Warschau op 12 oktober 1929, of dit Verdrag zoals gewijzigd te Den Haag op 28 september 1955, afhankelijk van welk van toepassing is. (1) "Verdrag van Warschau" betekent het Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer, ondertekend te Warschau op 12 oktober 1929, of dit Verdrag zoals herzien te 's-Gravenhage op 28 september 1955, indien van toepassing.

 

(2) Vervoer onder dekking van een ticket is onderworpen aan de aansprakelijkheidsregeling van het Verdrag van Warschau, tenzij dit vervoer geen "internationaal vervoer" is in de zin van het Verdrag.

 

3) Vervoer en andere diensten die door de vervoerder worden geleverd, zijn onderworpen aan (I) de bepalingen en voorwaarden in het ticket, (II) de toepasselijke tarieven, (III) de vervoersvoorwaarden van de vervoerder en andere bepalingen en voorwaarden die deel uitmaken van deze overeenkomst (en die ter inzage of op verzoek beschikbaar zijn op het kantoor van de vervoerder en de touroperator); vervoer van/naar punten in de Verenigde Staten of Canada is onderworpen aan de tarieven die daar van toepassing zijn.

 

(4) De naam van de vervoerder mag worden afgekort op het ticket; de volledige of afgekorte naam van de vervoerder zal worden vermeld in de tarieven, vervoersvoorwaarden, andere voorschriften of dienstregelingen van de vervoerder. Het adres van de vervoerder is de luchthaven van vertrek die naast de eerste afgekorte naam van de vervoerder op het ticket staat vermeld. Overeengekomen stopplaatsen zijn de stopplaatsen die in het ticket of in de dienstregelingen van de vervoerder zijn vermeld als geplande stopplaatsen op de betreffende route. Vervoer dat onder dit ticket door meer dan één opeenvolgende vervoerder wordt uitgevoerd, wordt als één vervoer beschouwd.

 

(5) De vervoerder die een ticket uitgeeft voor vervoer op de diensten van een andere vervoerder handelt slechts in zoverre als zijn agent.

 

(6) De uitsluiting of beperking van de aansprakelijkheid van de Vervoerder is mutatis mutandis van toepassing op de agenten, werknemers en vertegenwoordigers van de Vervoerder en op elke persoon wiens vliegtuig door de Vervoerder voor vervoer wordt gebruikt, met inbegrip van hun agenten, werknemers en vertegenwoordigers.

 

Bagage die is ingecheckt voor vervoer wordt afgeleverd aan de tickethouder. Schade aan bagage in internationaal vervoer moet onmiddellijk na ontdekking schriftelijk worden gemeld aan de Vervoerder en in elk geval niet later dan zeven dagen na ontvangst of, in geval van vertraging, 21 dagen na aflevering van de bagage.

 

8. Elke vluchtcoupon geeft de passagier recht op vervoer op de dag en het traject waarvoor een stoel is geboekt en, indien nodig, herbevestigd overeenkomstig de bepalingen van de touroperator. Het recht op vervoer vervalt indien de geboekte vlucht niet wordt genomen. 9. Vervoer van passagiers.

 

(9) De Vervoerder doet zijn uiterste best om de passagier en de bagage zo stipt mogelijk te vervoeren.

 

(10) De passagier dient zelf de officiële reisformaliteiten te vervullen, de vereiste uitreis-, inreis- en andere documenten voor te leggen en op de luchthaven aan te komen op het door de vervoerder opgegeven tijdstip of, indien geen tijdstip is opgegeven, vroeg genoeg om voor de vlucht te worden ingecheckt.

 

Geen enkele agent, werknemer of vertegenwoordiger van de vervoerder heeft het recht om enige bepaling van dit contract te wijzigen, aan te passen of daarvan af te zien.

 
3. mededeling aan internationaal reizende passagiers over beperking van aansprakelijkheid


Passagiers die hun reis beëindigen of onderbreken in een ander land dan het land van vertrek, worden erop gewezen dat de bepalingen van het Verdrag van Warschau van toepassing kunnen zijn op de gehele reis, met inbegrip van een traject dat geheel binnen het land van vertrek of het land van bestemming ligt. Voor passagiers die van of naar de Verenigde Staten reizen of van wie de reis een geplande tussenstop of overstap in de Verenigde Staten heeft, bepalen de Overeenkomst en andere speciale overeenkomsten die deel uitmaken van de toepasselijke tariefbepalingen dat de aansprakelijkheid van de luchtvaartmaatschappij die het ticket heeft uitgegeven en bepaalde andere luchtvaartmaatschappijen die onder die speciale overeenkomsten vallen voor overlijden en persoonlijk letsel van passagiers in de meeste gevallen beperkt is tot bewezen schade, met een maximum van 75.000 US dollar per passagier. 000 per passagier, en dat aansprakelijkheid tot deze limiet zelfs geldt als er geen sprake is van nalatigheid van de vervoerder.

 

Voor passagiers die reizen met een luchtvaartmaatschappij die niet is onderworpen aan deze speciale regelingen, of passagiers die niet van of naar de Verenigde Staten reizen of van wie de reis geen geplande stop of tussenstop in de Verenigde Staten omvat, is de aansprakelijkheid van de vervoerder voor overlijden of persoonlijk letsel van passagiers in de meeste gevallen beperkt tot ongeveer US $ 10.000 of US $ 20.000.

 

De namen van de luchtvaartmaatschappijen waarop de speciale overeenkomsten van toepassing zijn, kunnen op verzoek worden verkregen bij elk ticketkantoor van deze luchtvaartmaatschappijen of bij de touroperator.

 

Aanvullende dekking kan worden verkregen door een particuliere verzekering af te sluiten. Een dergelijke verzekeringsdekking wordt niet beïnvloed door de beperking van de aansprakelijkheid van de vervoerder onder het Verdrag van Warschau of de vermelde speciale overeenkomsten. Neem contact op met uw luchtvaartmaatschappij, verzekeringsmaatschappij of touroperator voor meer informatie.

 

Opmerking



De bovenstaande limiet van US $ 75.000 is inclusief juridische kosten; als een claim wordt ingediend in een land waar juridische kosten afzonderlijk worden toegekend, is de limiet US $ 58.000 zonder juridische kosten.

 
4. verwijzing naar Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen.


Voor een reis met een eindbestemming of tussenstop in een ander land dan het land van vertrek, kan het vervoer, met inbegrip van die delen van het vervoer waar het punt van vertrek en de bestemming in hetzelfde land liggen, onderworpen zijn aan het Verdrag van Warschau, dat in het algemeen de aansprakelijkheid van de vervoerder beperkt bij overlijden of persoonlijk letsel of andere schade aan de gezondheid en bij verlies, vertraging of beschadiging van bagage. Veel luchtvaartmaatschappijen, waaronder alle luchtvaartmaatschappijen uit de Europese Gemeenschap, beroepen zich niet op de aansprakelijkheidslimieten van het Verdrag van Warschau voor overlijden of persoonlijk letsel, en voor claims tot 100.000 bijzondere trekkingsrechten (BTR) per passagier, beroepen ze zich niet op het verweer dat ze alle nodige maatregelen hebben genomen om de schade te voorkomen.

 

Bovendien betalen veel luchtvaartmaatschappijen in geval van overlijden of persoonlijk letsel een voorschot aan de natuurlijke personen die recht hebben op compensatie om te voorzien in onmiddellijke economische behoeften, in verhouding tot de ernst van het geval. Europese luchtvaartmaatschappijen betalen dergelijke voorschotten in overeenstemming met de regels van de Europese Gemeenschap. Andere luchtvaartmaatschappijen kunnen andere regels toepassen.

 

5. verwijzing naar beperking van aansprakelijkheid voor bagage


Aansprakelijkheid voor verlies, vertraging in de aflevering of beschadiging van bagage is beperkt, tenzij een hogere waarde is aangegeven en toeslagen zijn betaald voorafgaand aan het inchecken.

 

1. in de meeste gevallen van internationaal vervoer (inclusief binnenlandse gedeelten van internationaal vervoer), tot US $ 9,07 per Amerikaans pond (US $ 20,00 per kilogram) voor ingecheckte bagage en tot US $ 400,00 per passagier voor niet-ingecheckte bagage.

 

2. Bij vervoer uitsluitend tussen punten in de VS is de maximale aansprakelijkheid voor bagage US $ 1.250,00 per passagier. Voor bepaalde items kan een hogere waarde worden opgegeven. Sommige luchtvaartmaatschappijen aanvaarden geen aansprakelijkheid voor breekbare, waardevolle of bederfelijke voorwerpen. Neem voor meer informatie contact op met de luchtvaartmaatschappij of touroperator.



 

6. Volledige tekst van het Verdrag van Warschau

 

Verdrag van Warschau

 

Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer (Verdrag van Warschau)

 

Van 12 oktober 1929 (RGBl. 1933 II blz. 1039) in de versie van het Protocol tot wijziging van 28 september 1955 (BGBl. 1958 II blz. 291)

 

Status: 04-04-1998



HOOFDSTUK 1

 

Onderwerp - Definities

 

Artikel 1

 

(1. Deze Overeenkomst is van toepassing op elk internationaal vervoer van personen, bagage of vracht dat tegen betaling door luchtvaartuigen wordt verricht. Zij is eveneens van toepassing op vervoer dat kosteloos door luchtvaartuigen wordt verricht wanneer het door een luchtvervoerder wordt verricht.

 

(2. Als internationaal vervoer in de zin van deze Overeenkomst wordt beschouwd elk vervoer waarvan, volgens de overeenkomst tussen de partijen, de plaats van vertrek en de plaats van bestemming, ongeacht of er sprake is van een onderbreking van het vervoer of van verandering van voertuig, gelegen zijn op het grondgebied van twee Hoge Verdragsluitende Partijen of, indien deze plaatsen slechts gelegen zijn op het grondgebied van één Hoge Verdragsluitende Partij maar er een tussenstop is voorzien op het grondgebied van een andere Staat, zelfs indien die Staat geen Hoge Verdragsluitende Partij is. Vervoer tussen twee plaatsen op het grondgebied van één Hoge Verdragsluitende Partij zonder tussenlanding wordt voor de toepassing van dit Verdrag niet als internationaal vervoer beschouwd.

 

(3. Wanneer het vervoer door meer dan één opvolgende vervoerder moet worden verricht, wordt het voor de toepassing van dit verdrag als één enkel vervoer beschouwd, mits door de partijen is overeengekomen dat het als één enkel vervoer zal worden verricht. Het maakt in dit opzicht geen verschil of de vervoerovereenkomst in de vorm van een enkele overeenkomst of van een reeks overeenkomsten is gesloten. Dit vervoer verliest zijn karakter van internationaal vervoer niet op grond van het feit dat een overeenkomst of een reeks van overeenkomsten uitsluitend op het grondgebied van eenzelfde staat moet worden uitgevoerd.

 

 

Artikel 2

 

(1. Indien aan de voorwaarden van artikel 1 is voldaan, is deze Overeenkomst ook van toepassing op vervoer verricht door de Staat of door een andere rechtspersoon naar publiek recht.

 

(2. Dit Verdrag is niet van toepassing op het vervoer van brievenpost en pakketpost.


 

HOOFDSTUK 2

 

Vervoerbewijzen

 

1 . Afdeling - Kaartje

 

 Artikel 3

 

(1. Voor het vervoer van reizigers wordt een vervoerbewijs afgegeven, dat bevat

 

(a) de plaats van vertrek en de plaats van bestemming;

 

(b) indien het punt van vertrek en het punt van bestemming gelegen zijn op het grondgebied van dezelfde Hoge Verdragsluitende Partij, maar een of meer tussenliggende punten voorzien zijn op het grondgebied van een andere Staat, de aanduiding van een van deze tussenliggende punten

 

(c) een verklaring dat, in geval van een reis waarbij de eindbestemming of een tussenliggende plaats van aanloop in een ander land is gelegen dan het land van vertrek, het vervoer van reizigers onderworpen kan zijn aan het Verdrag van Warschau, dat in het algemeen de aansprakelijkheid van de vervoerder beperkt bij overlijden of persoonlijk letsel en bij verlies of beschadiging van bagage.

 

(2) Het vervoerbewijs bewijst, behoudens tegenbewijs, de totstandkoming en de voorwaarden van de vervoerovereenkomst. Het ontbreken, de onregelmatigheid of het verlies van het vervoerbewijs tast noch het bestaan, noch de geldigheid van de vervoerovereenkomst aan; zelfs in die gevallen wordt de overeenkomst beheerst door de bepalingen van dit verdrag. Indien echter de passagier met instemming van de vervoerder aan boord van het luchtvaartuig gaat zonder dat hem een vervoerbewijs is uitgereikt, of indien het vervoerbewijs niet de in het eerste lid, onderdeel c, van dit artikel voorgeschreven aanduiding bevat, kan de vervoerder zich niet beroepen op de bepalingen van artikel 22.

 

 

Afdeling 2 - Controle van de bagage


 

Artikel 4

 

(1. Voor het vervoer van ruimbagage wordt een bagagebewijs afgegeven. Indien het bagagebewijs niet is gehecht aan of opgenomen in een vervoerbewijs dat voldoet aan het bepaalde in artikel 3, lid 1, bevat het

 

(a) de plaats van vertrek en de bestemming

 

(b) indien de punten van vertrek en van bestemming zijn gelegen op het grondgebied van dezelfde Hoge Verdragsluitende Partij, maar een of meer tussenliggende punten zijn voorzien op het grondgebied van een andere Staat, een aanduiding van een van deze tussenliggende punten; en

 

(c) de vermelding dat, indien de eindbestemming of een tussenliggend punt in een ander land ligt dan het land van vertrek, het vervoer onderworpen kan zijn aan het Verdrag van Warschau, dat als algemene regel de aansprakelijkheid van de vervoerder bij verlies of beschadiging van bagage beperkt.

 

(2. De bagagecontrole bewijst, tot bewijs van het tegendeel, dat afstand is gedaan van de bagage en dat is voldaan aan de bepalingen van de vervoersovereenkomst. Het ontbreken, de onregelmatigheid of het verlies van het bagagebewijs tast noch het bestaan, noch de geldigheid van de vervoerovereenkomst aan. Indien echter de bagage door de vervoerder in ontvangst wordt genomen zonder afgifte van het bagagebewijs of indien het bagagebewijs, wanneer het niet vergezeld gaat van of niet is gevoegd bij een vervoerbewijs overeenkomstig artikel 3, § 1, niet de in § 1, onder c, voorgeschreven aanduiding bevat, kan de vervoerder zich niet beroepen op de bepalingen van artikel 22, § 2.

 

 

Afdeling 3 - Luchtvrachtbrief

 

 

Artikel 5

 

(1. Bij het vervoer van goederen kan de vervoerder van de afzender de afgifte en aflevering van een vervoerdocument (luchtvrachtbrief) verlangen en de afzender van de vervoerder de inontvangstneming van dit document.

 

(2. Het ontbreken, het verlies of de onregelmatigheid van de luchtvrachtbrief tast noch het bestaan, noch de geldigheid van de vervoerovereenkomst aan; in deze gevallen wordt de overeenkomst eveneens beheerst door de bepalingen van dit Verdrag, doch onverminderd de bepalingen van artikel 9.

 

Artikel 6

 

(1. De luchtvrachtbrief wordt in drie exemplaren afgegeven door de afzender en bij de goederen afgeleverd.

 

(2. Het eerste exemplaar draagt de vermelding "voor de vervoerder" en wordt door de afzender ondertekend. Het tweede exemplaar draagt de vermelding "voor de geadresseerde"; het wordt ondertekend door de afzender en de vervoerder en vergezelt de goederen. Het derde exemplaar wordt door de vervoerder ondertekend en aan de afzender overhandigd na aanneming van de goederen.

 

(3) De vervoerder ondertekent voordat de goederen in het luchtvaartuig worden geladen.

 

(4. De handtekening van de vervoerder kan door een stempel worden vervangen en die van de afzender kan worden gedrukt of door een stempel worden vervangen.

 

(5. Wanneer de luchtvrachtbrief door de vervoerder op verzoek van de afzender wordt opgesteld, wordt de vervoerder, behoudens tegenbewijs, geacht te handelen als lasthebber van de afzender.

 

 

 

Artikel 7

 

Indien de zending uit verschillende colli bestaat, kan de vervoerder van de afzender verlangen dat hij verschillende luchtvrachtbrieven afgeeft.

 

 

 

Artikel 8

 

De luchtvrachtbrief bevat

 

(a) de gegevens betreffende de plaats van vertrek en de plaats van bestemming

 

(b) indien de punten van vertrek en van bestemming op het grondgebied van dezelfde Hoge Verdragsluitende Partij zijn gelegen, maar een of meer tussenliggende punten op het grondgebied van een andere Staat zijn voorzien, de aanduiding van een van deze tussenliggende punten

 

(c) de mededeling aan de afzender dat, indien de eindbestemming of een tussenliggend punt van aanlanding in een ander land is gelegen dan het land van vertrek, het vervoer onderworpen kan zijn aan het Verdrag van Warschau, dat als algemene regel de aansprakelijkheid van de vervoerder bij verlies of beschadiging van goederen beperkt.

 

 Artikel 9

 

Indien goederen met toestemming van de vervoerder in het luchtvaartuig worden geladen zonder dat een luchtvrachtbrief is afgegeven, of indien de luchtvrachtbrief niet de in artikel 8, onder c, voorgeschreven aanduiding bevat, kan de vervoerder zich niet beroepen op de bepalingen van artikel 22, lid 2.

 

Artikel 10

 

(1. De afzender is aansprakelijk voor de juistheid van de aanduidingen en verklaringen betreffende de goederen, die hij op de luchtvrachtbrief vermeldt.

 

(2. Hij is jegens de vervoerder aansprakelijk voor alle verlies of schade geleden door de vervoerder of door enige persoon jegens wie de vervoerder aansprakelijk is als gevolg van de onjuistheid, onnauwkeurigheid of onvolledigheid van deze aanduidingen en verklaringen.

 

 

 

Artikel 11

 

(1. De luchtvrachtbrief levert het bewijs van het sluiten van de overeenkomst, van de ontvangst van de goederen en van de vervoervoorwaarden; tegenbewijs is toegelaten.

 

2. (De op de luchtvrachtbrief vermelde gegevens betreffende het gewicht, de afmetingen en de verpakking van de goederen, alsmede het aantal colli, worden geacht juist te zijn, tenzij het tegendeel wordt bewezen. De aanduidingen van de hoeveelheid, het volume en de toestand van de goederen leveren tegen de vervoerder slechts volledig bewijs op, indien de vervoerder deze aanduidingen in tegenwoordigheid van de afzender heeft geverifieerd en indien zulks op de vrachtbrief is vermeld, of indien zij betrekking hebben op de kennelijke staat van de goederen.

 

 

 

Artikel 12

 

(1. De afzender heeft, mits hij aan al zijn verplichtingen ingevolge de vervoerovereenkomst voldoet, het recht over de goederen te beschikken door deze op de luchthaven van vertrek of van bestemming aan zich te doen afgeven, door deze onderweg tijdens een landing te doen tegenhouden, door deze op de plaats van bestemming of onderweg aan een andere persoon dan de in de luchtvrachtbrief genoemde geadresseerde te doen afgeven, of door deze op de luchthaven van vertrek te doen terugkeren. Dit recht kan slechts worden uitgeoefend voor zover het de vervoerder of de andere afzenders niet benadeelt. De afzender is verplicht de voor de uitvoering van de opdracht gemaakte kosten te vergoeden.

 

(2) Indien het onmogelijk is de instructies van de afzender uit te voeren, moet de vervoerder hem daarvan onverwijld in kennis stellen.

 

(3. Indien de vervoerder de aanwijzingen van de afzender opvolgt zonder overlegging te vorderen van het hem overhandigde stuk luchtvrachtbrief, is hij jegens de rechtmatige eigenaar van de luchtvrachtbrief aansprakelijk voor de daaruit voortvloeiende schade, onverminderd diens recht van verhaal op de afzender.

 

(4. Het recht van de afzender vervalt op het ogenblik, waarop het recht van de geadresseerde krachtens artikel 13 ontstaat. Het herleeft indien de geadresseerde weigert de luchtvrachtbrief of de goederen in ontvangst te nemen of indien hij onbereikbaar is.

 

Artikel 13

 

(1. Behoudens het bepaalde in artikel 12, heeft de geadresseerde bij aankomst van de goederen op de plaats van bestemming het recht om van de vervoerder de afgifte van de luchtvrachtbrief en van de goederen te vorderen tegen betaling van de verschuldigde bedragen en tegen naleving van de in de luchtvrachtbrief vermelde vervoervoorwaarden.

 

(2. Tenzij anders is overeengekomen, stelt de vervoerder de geadresseerde onverwijld in kennis van de aankomst van de goederen.

 

(3. Indien het verlies van de goederen door de vervoerder is erkend of indien de goederen niet zijn aangekomen na verloop van zeven dagen te rekenen van de dag waarop zij hadden moeten aankomen, kan de geadresseerde de rechten uit de vervoerovereenkomst jegens de vervoerder doen gelden.

 

 

 

Artikel 14

 

De afzender en de geadresseerde kunnen, ongeacht of zij voor eigen rekening of voor rekening van derden handelen, in eigen naam de rechten doen gelden die hun overeenkomstig de artikelen 12 en 13 toekomen, mits zij de uit de vervoerovereenkomst voortvloeiende verplichtingen nakomen.

 

 

 

Artikel 15

 

(1. De bepalingen van de artikelen 12, 13 en 14 laten onverlet de betrekkingen tussen de afzender en de geadresseerde, alsmede de betrekkingen van derden wier rechten voortvloeien uit de afzender of uit de geadresseerde.

 

(2. Elke overeenkomst die afwijkt van het bepaalde in de artikelen 12, 13 en 14 moet op de luchtvrachtbrief worden aangetekend.

 

(3. Deze overeenkomst vormt geen beletsel voor de opstelling van een verhandelbare luchtvrachtbrief.

 

 Artikel 16

 

(1. De afzender moet vóór de aflevering van de goederen aan de geadresseerde alle inlichtingen verschaffen die noodzakelijk zijn om aan de douane-, belasting- of politievoorschriften te voldoen en moet bij de luchtvrachtbrief alle daartoe noodzakelijke begeleidende documenten voegen. De afzender is jegens de vervoerder aansprakelijk voor alle schade die voortvloeit uit het ontbreken, de onvolledigheid of de onjuistheid van deze inlichtingen en documenten, tenzij de vervoerder of zijn ondergeschikten schuld treft.

 

(2) De vervoerder is niet verplicht de juistheid en volledigheid van deze inlichtingen en documenten te controleren.


 

HOOFDSTUK 3

 

Aansprakelijkheid van de vervoerder



Artikel 17

 

De vervoerder vergoedt de schade ten gevolge van het overlijden, persoonlijk letsel of andere aantasting van de gezondheid van een passagier, indien het ongeval dat het verlies of de schade heeft veroorzaakt, zich heeft voorgedaan aan boord van het luchtvaartuig of bij het in- of uitstappen van de passagier.

 

 Artikel 18

 

(1. De vervoerder vergoedt de schade ten gevolge van de vernietiging, het verlies of de beschadiging van aangegeven bagage of goederen, indien het incident dat de schade heeft veroorzaakt zich heeft voorgedaan tijdens het luchtvervoer.

 

(2) Voor de toepassing van het voorgaande lid omvat de term "luchtvervoer" de periode gedurende welke de bagage of de vracht onder de hoede van de vervoerder is op een luchthaven, aan boord van een luchtvaartuig of, indien de bagage of de vracht buiten een luchthaven landt, op enige plaats.

 

(3) Het tijdvak van luchtvervoer omvat niet het vervoer over land, zee of binnenwateren buiten een luchthaven. Indien dit vervoer evenwel plaatsvindt tijdens de uitvoering van de luchtvervoerovereenkomst met het oog op de inlading, aflevering of overlading, wordt, tenzij het tegendeel wordt bewezen, vermoed dat de schade is veroorzaakt door een voorval dat zich tijdens het luchtvervoer heeft voorgedaan.

 

 Artikel 19

 

De vervoerder vergoedt de schade veroorzaakt door vertraging in het luchtvervoer van passagiers, bagage of goederen.

 

 Artikel 20

 

(1. De vervoerder is niet aansprakelijk voor de schadeloosstelling indien hij bewijst dat hijzelf en zijn hulppersonen alle noodzakelijke maatregelen hebben getroffen om de schade te voorkomen of dat zij niet in staat waren dergelijke maatregelen te treffen.

 

(2) (weggelaten)

 

Artikel 21

 

Indien de vervoerder bewijst dat de eigen schuld van de benadeelde de schade heeft veroorzaakt of daartoe heeft bijgedragen, kan de rechter overeenkomstig zijn nationale wet beslissen dat de vervoerder niet of slechts in mindere mate aansprakelijk is.

 

 

 

Artikel 22

 

(1. In het personenvervoer bedraagt de aansprakelijkheid van de vervoerder jegens iedere passagier ten hoogste 250 000 francs. Wanneer volgens de wet van de rechtbank waarbij de zaak aanhangig is gemaakt, de schadevergoeding kan worden bepaald in de vorm van een lijfrente, mag het kapitaal van deze lijfrente deze grens niet overschrijden. De reiziger kan echter met de vervoerder een bijzondere regeling treffen voor een hogere aansprakelijkheidsvergoeding.

 

(2)

 

(a) Bij het vervoer van aangegeven bagage en goederen is de vervoerder slechts aansprakelijk tot een bedrag van 250 francs per kilogram. Deze beperking is niet van toepassing indien de afzender bij het inchecken van het voorwerp speciaal het belang bij de zending heeft aangegeven en de eventueel overeengekomen toeslag heeft betaald. In dat geval betaalt de vervoerder een schadevergoeding ten belope van het aangegeven bedrag, tenzij hij bewijst dat dit hoger is dan het werkelijke belang van de afzender in de zending.

 

(b) In geval van verlies, beschadiging of vertraging van enig deel van de bagage of de goederen of van enig daarin opgenomen voorwerp, wordt voor de vaststelling van het bedrag van de aansprakelijkheid van de vervoerder alleen rekening gehouden met het totale gewicht van de betrokken stukken. Indien evenwel het verlies, de beschadiging of de vertraging van een deel van de aangegeven bagage of goederen of van een daarin opgenomen voorwerp een invloed heeft op de waarde van andere op hetzelfde bagageticket of dezelfde luchtvrachtbrief vermelde voorwerpen, wordt het totale gewicht van die voorwerpen in aanmerking genomen bij het bepalen van het bedrag van de aansprakelijkheid van de vervoerder.

 

(3. De aansprakelijkheid van de vervoerder voor de voorwerpen die de passagier onder zijn hoede bewaart, is beperkt tot een maximum van 5 000 francs per passagier.

 

(4. De in dit artikel vastgestelde aansprakelijkheidsgrenzen beletten de rechter niet om daarnaast, overeenkomstig zijn wetgeving, een bedrag toe te kennen dat geheel of gedeeltelijk gelijk is aan de gerechtskosten en andere kosten die de eiser in het kader van het geschil heeft gemaakt. Deze bepaling is niet van toepassing indien de toegekende schadevergoeding, de gerechtskosten en andere proceskosten buiten beschouwing gelaten, niet hoger is dan het bedrag dat door de vervoerder schriftelijk aan de eiser is aangeboden binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de schadeveroorzakende gebeurtenis of, indien de vordering is ingesteld na het verstrijken van deze termijn, vóór het instellen van de vordering.

 

(5. De in dit artikel vermelde bedragen in franken hebben betrekking op een munteenheid van 65½ milligram goud van gehalte 900/1000. Zij mogen worden omgerekend in afgeronde bedragen van gelijk welke nationale munteenheid. De omrekening van deze bedragen in andere nationale valuta's dan de goudvaluta geschiedt, in geval van een rechtsvordering, volgens de goudwaarde van deze valuta's op het tijdstip van de beslissing.

 

 

 

Artikel 23

 

(1. Elk beding in de vervoerovereenkomst dat strekt tot gehele of gedeeltelijke uitsluiting van de aansprakelijkheid van de vervoerder of tot vermindering van het bedrag van de in dit Verdrag bedoelde aansprakelijkheid, is nietig; de nietigheid van dit beding heeft niet de nietigheid van de overeenkomst tot gevolg, die onderworpen blijft aan de bepalingen van dit Verdrag.

 

(2. De bepalingen van het eerste lid zijn niet van toepassing op de bepalingen van de vervoerovereenkomst betreffende verlies of schade voortvloeiend uit de aard van de vervoerde goederen of uit enig gebrek, eigen aan deze goederen.

 

 

 

Artikel 24

 

(1. In de gevallen bedoeld in de artikelen 18 en 19 kan een vordering tot schadevergoeding, ongeacht de rechtsgrond, slechts worden ingesteld onder de voorwaarden en beperkingen van dit Verdrag.

 

(2. Het bepaalde in het voorgaande lid is eveneens van toepassing in de gevallen bedoeld in artikel 17. De vraag welke personen gerechtigd zijn een rechtsvordering in te stellen en welke rechten zij hebben, blijft onverlet.

 

 

 

Artikel 25

 

De in artikel 22 bedoelde beperkingen van de aansprakelijkheid zijn niet van toepassing indien wordt bewezen dat de schade is veroorzaakt door een handelen of nalaten van de vervoerder of van zijn hulppersonen, geschied hetzij met het opzet schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en met de wetenschap dat schade waarschijnlijk het gevolg zou zijn. In geval van een handelen of nalaten van deze personen moet tevens worden bewezen dat zij handelden in de uitoefening van hun functie.

 

 

 

Artikel 25 bis

 

(1. Indien een vordering wordt ingesteld tegen een van de ondergeschikten of lasthebbers van de vervoerder terzake van de door dit verdrag gedekte schade, kan deze de aansprakelijkheidsgrenzen die ingevolge artikel 22 op de vervoerder van toepassing zijn, aanvoeren, mits hij bewijst dat hij handelde in de uitoefening van zijn dienstbetrekking.

 

(2. Het totale bedrag van de schadevergoeding die in dit geval door de vervoerder en zijn ondergeschikten en lasthebbers moet worden betaald, overschrijdt genoemde aansprakelijkheidsgrenzen niet.

 

(3. De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing indien wordt bewezen dat de schade is veroorzaakt door een handeling of nalaten van de ondergeschikten of lasthebbers van de vervoerder geschied hetzij met het opzet schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en met de wetenschap dat schade waarschijnlijk het gevolg zou zijn.

 

 

 

Artikel 26

 

(1. Indien de geadresseerde zonder voorbehoud bagage of goederen in ontvangst neemt, wordt vermoed, behoudens tegenbewijs, dat deze in goede staat en overeenkomstig de vrachtbrief zijn afgeleverd.

 

(2. In geval van beschadiging moet de geadresseerde onmiddellijk na ontdekking van de schade, doch in ieder geval binnen zeven dagen voor bagage en binnen veertien dagen voor goederen, de vervoerder daarvan in kennis stellen. In geval van vertraging moet de kennisgeving geschieden binnen eenentwintig dagen nadat de bagage of de goederen ter beschikking van de geadresseerde zijn gesteld.

 

(3) Elke klacht moet op de vrachtbrief of op andere wijze schriftelijk worden ingediend en binnen de voorgeschreven termijn worden toegezonden.

 

(4. Bij overschrijding van de opzeggingstermijn verjaart elke vordering tegen de vervoerder, tenzij deze frauduleus heeft gehandeld.

 

Artikel 27

 

Indien de schuldenaar overlijdt, kan de vordering tot schadevergoeding worden tegengeworpen aan zijn rechtsopvolgers binnen de grenzen van deze overeenkomst.

 

 

 

Artikel 28

 

(1. De vordering tot schadevergoeding wordt ingesteld op het grondgebied van een van de Hoge Verdragsluitende Partijen, hetzij, naar keuze van de eiser, voor de rechtbank van de woonplaats of de hoofdzetel van de vervoerder, of voor die van zijn kantoor door bemiddeling waarvan de overeenkomst is gesloten, hetzij voor de rechtbank van de plaats van bestemming.

 

(2. De procedure wordt beheerst door de wet van het gerecht waarbij de zaak aanhangig is gemaakt.

 

 

 

Artikel 29

 

(1. De rechtsvordering tot schadevergoeding verjaart door verloop van twee jaar. Deze termijn begint te lopen op de dag waarop het luchtvaartuig op de plaats van bestemming aankwam, of had moeten aankomen, of waarop het vervoer werd onderbroken.

 

(2. De berekening van de termijn wordt beheerst door de wet van het gerecht waarbij de zaak aanhangig is gemaakt.

 

 

 

Artikel 30

 

(1. Indien het vervoer wordt bewerkstelligd door meer opvolgende vervoerders (artikel 1, derde lid), is ieder van hen, die reizigers, bagage of goederen aanneemt, onderworpen aan de bepalingen van dit verdrag en wordt hij geacht een der partijen bij de vervoerovereenkomst te zijn, voor zover deze betrekking heeft op het deel van het vervoer, dat onder zijn leiding wordt verricht.

 

(2. In geval van zodanig vervoer van reizigers kunnen de reiziger of andere rechthebbenden slechts de vervoerder aanspreken die het vervoer heeft verricht gedurende hetwelk het ongeval of de vertraging zich heeft voorgedaan, tenzij de eerste vervoerder bij uitdrukkelijke overeenkomst de aansprakelijkheid voor de gehele reis op zich heeft genomen.

 

(3. In geval van bagage of goederen kan de afzender verhaal nemen op de eerste vervoerder, de geadresseerde die gerechtigd is de aflevering te vorderen van de laatste vervoerder, en ieder van hen op de vervoerder die het vervoer heeft bewerkstelligd gedurende hetwelk de vernietiging, het verlies, de beschadiging of de vertraging is ontstaan. Deze vervoerders zijn hoofdelijk aansprakelijk jegens de afzender en de geadresseerde.



HOOFDSTUK 4

 

Bepalingen inzake gemengd vervoer



Artikel 31

 

(1) In geval van gemengd vervoer dat gedeeltelijk door luchtvaartuigen en gedeeltelijk door andere vervoermiddelen wordt verricht, zijn de bepalingen van deze Overeenkomst alleen van toepassing op het luchtvervoer en alleen als dit vervoer voldoet aan de voorwaarden van artikel 1.

 

(2) Niets in deze Overeenkomst belet de partijen om in het geval van gemengd vervoer op het vliegtuigticket voorwaarden op te nemen met betrekking tot vervoer met andere vervoermiddelen, mits met betrekking tot het luchtvervoer aan de bepalingen van deze Overeenkomst is voldaan.

 

 HOOFDSTUK 5

 

Algemene en slotbepalingen

 

Artikel 32

 

Nietig zijn alle bepalingen van de vervoerovereenkomst en alle bijzondere overeenkomsten die zijn getroffen vóór het ontstaan van de schade, waarin partijen van dit Verdrag afwijkende regels hebben opgenomen door het toepasselijke recht te bepalen of door de bevoegdheidsregels te wijzigen. In geval van goederenvervoer zijn arbitrageclausules evenwel toegestaan uit hoofde van dit verdrag, indien het geding wordt gevoerd in het arrondissement van een van de in artikel 28, lid 1, bedoelde gerechten.

 

 

 

Artikel 33

 

Niets in dit verdrag belet de vervoerder te weigeren een vervoerovereenkomst aan te gaan of voorwaarden voor het vervoer vast te stellen die niet in tegenspraak zijn met de bepalingen van dit verdrag. 

 

Artikel 34

 

De bepalingen van de artikelen 3 tot en met 9 betreffende de vervoerbewijzen zijn niet van toepassing op vervoer dat in buitengewone omstandigheden en niet in het kader van de normale uitoefening van het luchtvervoer plaatsvindt.

 

 

 

Artikel 35

 

Voor de toepassing van deze Overeenkomst omvat het begrip "dagen" de zon- en feestdagen.

 

 

 

Artikel 36

 

Deze Overeenkomst is opgesteld in het Frans in één exemplaar, dat wordt bewaard in het archief van het Poolse ministerie van Buitenlandse Zaken. De Poolse regering doet een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan toekomen aan de regering van elk van de Hoge Verdragsluitende Partijen.

 

 

 

Artikel 37

 

(1) Deze Overeenkomst dient te worden bekrachtigd. De akten van bekrachtiging worden nedergelegd in de archieven van het Poolse ministerie van Buitenlandse Zaken, dat de regering van elk van de Hoge Verdragsluitende Partijen van de nederlegging in kennis stelt.

 

(2. Deze overeenkomst treedt tussen de Hoge Verdragsluitende Partijen in werking op de negentigste dag volgende op de datum van nederlegging van de vijfde akte van bekrachtiging, na bekrachtiging door vijf van hen. Na die datum treedt zij in werking tussen de Hoge Verdragsluitende Partijen die haar hebben bekrachtigd en de Hoge Verdragsluitende Partij die haar akte van bekrachtiging heeft nedergelegd op de negentigste dag na die nederlegging.

 

(3) De regering van de Republiek Polen stelt de regering van elk van de Hoge Verdragsluitende Partijen in kennis van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst en van de datum van nederlegging van iedere akte van bekrachtiging.

 

 

 

Artikel 38

 

(1. De toetreding tot deze Overeenkomst staat open voor alle staten na de inwerkingtreding ervan.

 

(2. De toetreding geschiedt door kennisgeving aan de regering van de Republiek Polen, die de regering van elk der Hoge Verdragsluitende Partijen daarvan in kennis stelt.

 

(3. De toetreding wordt van kracht op de negentigste dag na de kennisgeving aan de regering van de Republiek Polen.

 

 

 

Artikel 39

 

(1) Elk van de Hoge Verdragsluitende Partijen kan deze Overeenkomst opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de regering van de Republiek Polen, die de regering van elk van de Hoge Verdragsluitende Partijen daarvan onmiddellijk in kennis stelt.

 

(2) De opzegging wordt van kracht zes maanden na de datum van de verklaring en alleen ten aanzien van de overeenkomstsluitende partij die ze heeft gedaan.

 

 

 

Artikel 40

 

(1. De Hoge Verdragsluitende Partijen kunnen bij de ondertekening, bij de nederlegging van hun akten van bekrachtiging of bij hun toetreding verklaren dat de aanvaarding van deze Overeenkomst zich niet uitstrekt tot het geheel of een deel van hun koloniën, protectoraten of gebieden onder hun mandaat, of tot enig ander gebied onder hun soevereiniteit, heerschappij of suprematie.

 

(2) Dienovereenkomstig kunnen zij later hun toetreding afzonderlijk verklaren namens het geheel of een deel van hun koloniën, protectoraten of gebieden onder hun mandaat of van enig ander gebied onder hun soevereiniteit, heerschappij of gezag.

 

(3) Zij kunnen deze overeenkomst ook afzonderlijk opzeggen, onder voorbehoud van de bepalingen ervan, met betrekking tot hun koloniën, protectoraten of gebieden onder hun mandaat, of enig ander gebied onder hun soevereiniteit, heerschappij of suzereiniteit.

 

 Artikel 40a

 

(1. In artikel 37, lid 2, en artikel 40, lid 1, heeft de uitdrukking hoge verdragsluitende partij de betekenis van staat. In alle andere gevallen wordt onder de term hoge verdragsluitende partij verstaan een staat waarvan de bekrachtiging van of toetreding tot de overeenkomst van kracht is geworden en waarvan de opzegging nog niet van kracht is geworden.

 

(2) Voor de toepassing van deze Overeenkomst omvat het woord grondgebied niet alleen het eigen grondgebied van een staat, maar ook alle grondgebieden waarvan de buitenlandse betrekkingen onder de verantwoordelijkheid van die staat vallen.